Toepassing van de draad
Koptekst 1
Dit is een paragraaf. Klik hier om je eigen tekst toe te voegen.
Klik op een knop hieronder en je krijgt een voorbeeld te zien van een ingevuld werkschema.
Eindwerk - Nance Van Putten
Nance Van Putten gebruikte in haar eindwerk (CVO kempen) de metafoor van de draad om te kijken naar cliënten waarvan het gedrag wordt beïnvloed door een kwetsbare hechting. Zij koppelde het aan een tekening van La Ligna.
Verbondenheid... Over de 'knoop'' in mijn draad.
Mijn dromen, wensen, verlangens en kleine conflictjes...
Het gaat om het activeren van de cliënt met een creatieve benadering van verschillende methodieken (MAP en Rots & Water), waardoor de cliënt 'OVER' de knoop in zijn draad kan stappen. Verbondenheid, het in relatie gaan met zichzelf en de ander. Zij heeft geprobeerd om verbondenheid werkbaar te maken. Stap je mee over de knoop in jouw draad?
Kris is een man van 37 met een ernstig verstandelijke beperking en autisme. Op een avond kom ik, Edda, op vraag van zijn mama Christiane, voor de eerste keer samen op een LUS-netwerkgroep (een organisatie in Vlaanderen die werkt rond netwerkvorming: www.lusvzw.be). Ze vraagt mij om een manier te zoeken hoe ze Kris kan doorgeven aan andere mensen. Kris heeft het daar steeds moeilijk heeft. Hij deelt zijn mama liever niet met anderen. Die dag lukt het hem om vanuit zijn veilige blauwe zetel aan te sluiten.
Kris hangt heel erg vast aan zijn mama. Om deze verbinding concreet en tastbaar te maken gebruik ik een bol wol met 2 kleuren en leg hem van Kris naar zijn mama. Op die manier zien Kris en de LUS-vrienden dat zijn mama de belangrijkste persoon en leidraad is in zijn leven.We willen aan Kris leren dat hij via mama contact kan maken met belangrijke anderen. De lus in de draad wordt gevisualiseerd door de streng wol aan mekaar door te geven. Een mooi beeld van de constant aanwezige veilige hechtingsdraad met de extra kleine veilige verbindingen naar de LUS-vrienden.
Een lus in de draad
Je maakt een lus in de draad. Je draagt bewust het kind over, maar het is maar tijdelijk. Je bent betrouwbaar en komt altijd terug. Voorwerpen en rituelen kunnen deze lus vorm geven. Door de lus in de draad leert het kind niet alleen betrouwbaarheid van de hechtingsfiguur maar leert het zich ook beheersen.
Casus - Edda Janssens met dank aan Christiane Devriese
Verrassend is dat Kris deze symboliek begrijpt en de volgende dag zelfs op zijn eigen
manier vertelt hoe hij het verhaal over de draad heeft ervaren (“draadje, Edda haar draadje”)
en vooral hoe hij heeft het vast gehouden. De tastbare visuele draad’ laat zien dat iemand anders even goed als mama voor Kris kan zorgen.
Sindsdien gebruikt Christiane de woldraad om de lus te leggen als er bezoek komt of als zij weg moet. Om de draad blijvend visueel te houden wordt hij permanent in een glazen vaas op de salontafel gezet. Op die manier is hij minder onveilig als Christiane hem gebruikt.
Buurman ‘Bompatje’ is voor Kris een vertrouwd LUS-persoon en hij kent het ritueel van de draad. Mama moet die avond weg en kan Kris niet komen ophalen na het dagcentrum. Het is de bedoeling dat de buurman dat doet. Mama bereidt dit voor. Samen met Kris gaat ze ‘s morgens met Kris naar de buurman en legt aan Kris uit dat de buurman hem die avond komt ophalen. Ze heeft de woldraad mee en laat zo zien dat de draad met mama er altijd is en dat de buurman hem even overneemt en er goed zorg voor zal dragen. Kris heeft even tijd nodig om dit te begrijpen en zegt OK. Aan het dagcentrum herhaalt mama nog eens wat er werd afgesproken.
’s Avonds haalt Bompatje Kris af van het dagcentrum en gebruikt de woldraad om verbinding met Kris te maken. Bij thuiskomst van mama wordt de woldraad door Bompatje terug gegeven aan haar. Kris is gerustgesteld want hij ziet en voelt de kortere draad tussen hem en mama.Deze keer is het gelukt. Ze zijn blij met deze succeservaring maar het is en blijft oefenen. Zo is het veel moeilijker is om de draad door te geven als Kris mama moet zien vertrekken.
Edda Janssens geeft ervaringsgerichte workshops over de draad en emotionele ontwikkeling.
Lees meer op www.eddaTRIGGERT.be
Eigen toepassing - Gerrit Vignero
Enige tijd geleden volgde ik de bespreking over Jan, een jongeman met een ernstig verstandelijke beperking en vermoeden van autisme. Het aanbod dat werd gedaan was er duidelijk één vanuit de eerste draad, meer bepaald het spoor. Een auti-aanbod met een volgorde van activiteiten, met verwijzers voor overgangen, met een prentensysteem om het spoor te verduidelijken.
De videobeelden die werden gemaakt, lieten echter zien dat Jan voortdurend bezig was met zijn begeleider. De sorteeroefening lukte pas als de begeleider echt naast Jan stond, TV kijken was opvoeder kijken, koken was opvoeders zien koken, taal was herhaling van de begeleider zijn woorden. Jan zocht de draad. Door met begeleiders te werken aan hun programma met Jan in plaats van met het auti-programma werd een nieuwe leidraad gevonden: de verbinding.